Van modelleur tot projectleider en teamleider
Van Wijnen staat voorop bij de ontwikkeling van betaalbare woningbouw. Ryan Vos, werkzaam bij...
Lees het verhaalAl maanden, of beter gezegd al jaren, werken we aan plannen voor het verbeteren van een wijk met sociale huurwoningen in Roermond. De woningen zijn oud, de straten zijn krap, er is weinig groen en veiligheid is een aandachtspunt. En toch wonen de mensen al jaren (en dan bedoel ik echt meer dan 50 jaar) met veel plezier in hun huis. Deze mensen zijn de wijk!
Dat werken aan de wijk doen wij veelal vanaf papier of digitaal achter onze computer. En met wij bedoel ik de woningcorporatie, de bouwende ontwikkelaar en de gemeente. Gelukkig hebben de meeste mensen die bij de woningcorporatie werken regelmatig, zo niet dagelijks, contact met bewoners, waardoor wij een redelijk inschatting kunnen maken van hun behoefte. Maar soms vraag ik me af: ‘wat weten we er nu echt van…’
Gelukkig worden we tegenwoordig verplicht gesteld om meer tijd en vooral eerder de mensen waar het om draait erbij te betrekken. En het niet helemaal op papier uit te denken. Burgerparticipatie heet dat met een mooi woord. Eerlijk gezegd vinden we dat soms lastig. We houden er nu eenmaal van om op papier het perfecte plaatje te creëren. Maar we doen het natuurlijk voor de mensen en hun huizen, die van steen en hout zijn en vooral niet alleen op papier staan.
En hoe leuk is het! Ik kwam laatst dolenthousiast thuis van een bijeenkomst met bewoners. Want je ziet dat het voor iedereen werkt. Vaak moet ik eerst even wennen. En observeer ik liever eerst de bonte verzameling mensen. Covid speelt daarin ook een rol. Na een tijdje kom ik los, ik luister niet alleen, ik begrijp de boodschap die ze mij willen zeggen. Bij deze eerste bijeenkomst hebben we ze moeten vertellen dat de woning waaraan ze zo verknocht zijn gesloopt wordt. Dat is vaak een hele schok. Na de schok komt begrip. De woningen verkeren vaak in zulke slechte staat dat bewoners snappen dat dit de enige en juiste oplossing is. Wat helpt is dat we ze laten zien welke woningen er voor terug komen. En dat deze woningen uit onze fabriek komen, het daardoor dusdanig snel gaat dat de bewoners maar een korter periode uit hun huis hoeven. Dat is te overzien voor ze. En wat ze ook prettig vinden is dat we ze inspraak geven. Ze kunnen hun wensen aan ons kenbaar maken.
Nu kunnen wij letterlijk, met hun gezichten en wensen in onze gedachte, de menselijk puzzel gaan maken. En dit gaat verder dan alleen op papier en met data. We gaan in deze wijk woonproducten realiseren die passen bij de behoefte van deze mensen. We geven ze een keuze: wil je naar een eengezinswoning of past een levensloopbestendig woning beter bij jou. Ben je alleen, dan is misschien een kleiner woningtype fijner.
Op basis van deze inzichten én de data van onze wijkgerichte datatool, de samenwerking met de woningcorporatie en de gemeente zijn we erin geslaagd om op papier het juiste woontype te bedenken. De bewoners zijn blij en herkennen zich in de gemaakte de keuzes en zijn daardoor bereid om mee te werken aan een upgrade van ‘hun’ wijk. En daarmee is het verhaal rond.
Deel 1 – Rianne over haar rol als ketenmanager
Deel 2 – Rianne over de datatool voor een wijkgerichte aanpak